Het entourage-effect van cannabis werd voor het eerst ontdekt door onderzoekers Raphael Mechoulam en Shimon Ben-Shabat in 1998.

Ze ontdekten dat inactieve verbindingen het therapeutische vermogen van de primaire endocannabinoïden van het lichaam (natuurlijk geproduceerde verbindingen) verbeterden: 2-AG en anandamide. THC en CBD werken net als deze verbindingen.

In 2001 publiceerden Ethan Russo en John McPartland het artikel ‘Cannabis and Cannabis Extracts: Greater Than the Sum of Their Parts.’ Dit onderzoek ondersteunde de hypothese van het ‘entourage-effect’.

Uit hun onderzoek bleek dat “secundaire verbindingen in cannabis de gunstige effecten van THC kunnen versterken” en “door THC veroorzaakte angst, cholinerge tekorten en immunosuppressie kunnen verminderen.” 

Onderzoekers verklaarden ook dat “cannabisterpenoïden en flavonoïden ook de bloedstroom in de hersenen kunnen verhogen, de corticale activiteit kunnen versterken, ziekteverwekkers in de luchtwegen kunnen doden en ontstekingsremmende werking kunnen hebben.”

In een overzicht van onderzoeken uit 2011, getiteld ‘Taming THC: potentiële cannabis synergie en fytocannabinoïde-terpenoïde entourage effecten’, ontdekten onderzoekers dat het samen consumeren van terpenen en cannabinoïden nuttig kan zijn bij:

Kanker
Pijn
Angst
Epilepsie
Ontsteking
Schimmelinfectie 
In een onderzoek uit 2015 naar CBD-isolaat De effecten werden vergeleken met de effecten van extracten met een volledig spectrum. In het onderzoek ontdekten onderzoekers dat muizen die werden behandeld met producten met een volledig spectrum aanzienlijk meer verlichting ervoeren dan degenen die alleen CBD-isolaat gebruikten.

Bovendien ontdekten onderzoekers dat CBD met een volledig spectrum niet aan efficiëntie inboet bij hogere doses, terwijl CBD-isolaat dat wel deed.